<=
Elektriciteit klas 2 Het Vlietland College
Kruiswoordpuzzel
Klik op een van de nummers in de puzzel en je ziet de omschrijving. Let op! De IJ telt voor twee letters Als je vast loopt klik je op Hint. Maak de puzzel af en klik op check ter controle.
Controleer je antwoorden
Horizontaal:
1. Eenheid van stroomsterkte 2. Laat in een elektriciteitscentrale de turbine draaien 6. Als je twee keer zoveel vermogen aansluit wordt de tijd voor een rondje van het wieltje op de kWh-meter twee keer . . . 7. Bevat twee aders 9. Daar komt de stroom uit bij een spanningsbron 11. Kleur van de minpool bij een voeding 12. Groot probleem bij een kerncentrale 15. Belangrijk onderdeel van elke elektriciteitscentrale 16. Daar hangt het gevaar van een elektrische schok (o.a.) van af 19. 60 minuten 20. Als je twee lampjes parallel zet is de hoofdstroom twee maal . . . dan in elk lampje 21. Is de kleur van de pluspool 22. Is thuis voor of na de lamp geschakeld 23. 1/3600 uur 24. Bij parallelschakeling van twee lampjes is de hoofdstroom vijf mA en in lampje1 loopt twee mA. In lampje 2 loopt . . . mA 26. Grootheid die hoort bij Watt 27. Grote dynamo 29. Hier hangt het gevaar van een elektrische schok (o.a.) van af
Vertikaal:
1. Daarvan zitten er twee in een netsnoer 3. Bij serieschakeling van twee lampjes is de hoofdstroom tien mA. De stroomsterkte in het tweede lampje is dan . . . mA 4. Daar loopt de stroom de spanningsbron in 5. Zo zijn de lampen thuis geschakeld 6. Hiermee bepaalt het energiebedrijf hoeveel je moet betalen 8. Bijvoorbeeld koper 10. Oplader voor je mobiel 13. Eenheid van spanning 14. Aantal trillingen per seconde 17. Bijvoorbeeld kunststof 18. Ander woord voor een kleine turbine 22. Zo zijn apparaten nooit geschakeld 25. 1/60 uur 28. Bij een apparaat van 4 kW doet het wieltje van de kWh-meter 4 s over een rondje. Als hij er 2 s over zou doen dan is het apparaat . . . kW
<=