<=
Stoffen en mengsels
Kruiswoordpuzzel
Klik op een van de nummers in de puzzel en je ziet de omschrijving. Let op! De IJ telt voor twee letters Als je vast loopt klik je op Hint. Maak de puzzel af en klik op check ter controle.
Controleer je antwoorden
Horizontaal:
4. Vaste deeltjes in een oplossing zakken naar de bodem omdat hun . . . groter is dan die van de vloeistof. 6. De faseovergang van gas naar vaste stof. 7. Kleine druppeltjes vet in water. 8. Van de twee toegepaste scheidingsmethoden bij koffie zetten gebruik je deze als eerste. 12. Het winnen van drinkwater uit zeewater. 13. Van de twee toegepaste scheidingsmethoden bij koffie zetten gebruik je deze als tweede. 15. Van vaste stof naar vloeistof. 17. De deeltjes waar een stof water uit bestaat. 19. Cola is een . . . 20. Zo kun je bij een emulsie de vaste deeltjes scheiden van de vloeistof (zonder hulpmiddelen). 21. Dat moet je doen met een emulsie in een fles (voor openen) als geen hulpstof is toegevoegd. 22. Bij brood bakken roer je meel, zout en gist goed door elkaar, je hebt dan een . . . 23. Een hulpstof die er voor zorgt dat vetdruppeltjes in water niet gaan drijven.
Vertikaal:
1. Het winnen van zout uit zeewater gebeurt door . . . . 2. Dat doen molekulen in de vaste fase. 3. Eén stof is altijd . . . 5. De faseovergang van gas naar vloeistof. 9. De was wordt droog door . . . 10. Bij water heet deze faseovergang bevriezen. 11. Als een stof oplost in een vloeistof ziet de oplossing er zo uit. 14. Dat moet je doen met een suspensie in een bekerglas voor gebruik. 15. Een vloeistof waar vaste deeltjes in "zweven", bijv. sinaasappelsap. 16. Zo bewegen de molekulen in een vloeistof en in een gas. 18. Dat doen de vaste deeltjes in een suspensie op den duur.
<=